Antwoorden op vragen die de KNB heeft gesteld aan het Ministerie van Financiën in verband met de verlaging van de overdrachtsbelasting voor woningen naar 2%.
Tevens zijn enkele latere aanvullingen verwerkt.
- Geldt de verlaging van overdrachtsbelasting ook voor woningen die naar hun aard zijn bestemd voor bewoningen door particulieren, welke worden gekocht door beleggers (bv. op de veiling) en niet worden verhuurd, maar worden doorverkocht?
Reactie: Ja, de maatregel geldt voor de verkrijging van alle woningen. Het maakt niet uit door wie de woning wordt verkregen en of de woning na de verkrijging zal worden doorverkocht. - Het betreft de overdracht van een woning met bedrijfsgedeelte door de DGA aan zijn BV. De waarde van het pand bedraagt € 1.000.000 waarbij de woning een waarde heeft van € 800.000 en het bedrijfsgedeelte een waarde heeft van € 200.000. Naar ik vermoed is de reden van de overdracht gelegen in het feit dat de BV voornemens is het woongedeelte in gebruik te nemen als bedrijfsgedeelte. De woning wordt nu niet gebruikt. Blijkens de bewoordingen van het besluit geldt de 2%. Gezien de strekking van het besluit heb ik zo mijn twijfels. Hebt u een mening hierover?
Reactie: De overdrachtsbelasting is een tijdstipbelasting. Het gaat erom dat op het tijdstip van de verkrijging sprake is van een woning. In dit voorbeeld kan dus 2% OVB worden geheven over het woongedeelte. - Een cliënt is erfpachter van een grondstuk met daarop een recreatiebungalow. Aanstaande vrijdag gaat hij de blote eigendom van dit grondstuk aankopen. Hoeveel overdrachtsbelasting is hij verschuldigd ?
Reactie: We kunnen alleen een reactie geven als duidelijk is of sprake is van verkoop van alleen losse grond of verkoop van een woning. De vraag is daarin niet duidelijk. Is de recreatiebungalow roerend/onroerend? Heeft de erfpachter het recht van opstal? Of huurt hij de bungalow? - Weet u of onder het begrip "woning voor particuliere bewoning" ook valt een bedrijfswoning gelegen naast een bedrijf? Deze woning staat op een eigen kadastraal perceel.
Reactie: Ja, het gaat erom dat de onroerende zaak naar zijn aard is bestemd voor bewoning. Dat is een bedrijfswoning naar zijn aard ook. - Indien een perceeltje tuingrond, welke niet bestemd is voor woningbouw maar wel gelegen is bij de woning, wordt geleverd, dien ik dan rekening te houden met 10,4% of met 2% overdrachtsbelasting?
Reactie: De bijgekochte grond wordt met 10,4% overdrachtsbelasting belast. De maatregel heeft alleen betrekking op de verkrijging van de woning met bijbehorende grond. Bijkoop van losse grond dat in gebruik komt bij de woning is geen verkrijging van een woning. Maar…
Let op! Vanaf 1 januari 2013 betaalt u voor zaken, zoals een tuin, garage of een schuur ook 2% als u deze later dan de woning koopt. In 2012 gold het tarief van 2% alleen voor zaken, zoals een tuin, garage of een schuur en dergelijke als u deze tegelijk met de woning aankocht. - Ik neem aan dat de verlaging ook geldt voor een koper die een groot stuk grond koopt hetwelk bij zijn huidige perceel (woonhuis) wordt aangetrokken als tuin? Het perceel wordt gevoegd om als NSW-landgoed geregistreerd te worden (uiteindelijk overdrachtsbelasting vrij, deze wordt echter in depot gehouden, vandaar de vraag).
Reactie: Zie vraag 5. - In de eerste situatie wordt een los stuk grond verkocht, dat door de koper zal worden betrokken als tuin bij zijn woonperceel. In het besluit van de staatssecretaris van Financiën wordt melding gemaakt van het feit dat tuin tot de woning behoort. Geldt dit ook voor de situatie dat de grond die als tuin gebruikt gaat worden separaat wordt aangekocht (de woning is al in eigendom bij de koper)?
Reactie: Zie vraag 5. - In de tweede situatie is er sprake van eind juni 2011 gepasseerde akten van levering, waarbij bouwkavels (geen fiscale bouwkavels, want nog nieuw bouwrijp volgens art 11 Wet op de omzetbelasting 1968) door een bedrijf zijn geleverd aan kopers middels Groninger akten. Volgens de verkoper kan er teruggave van overdrachtsbelasting worden gevraagd, maar volgens het besluit van de staatssecretaris van Financiën valt niet onder het begrip "woning" "grond bestemd voor woningbouw". M.i. zal er in deze situatie dus geen teruggave van betaalde overdrachtsbelasting kunnen worden verzocht. Deelt u mijn mening of bent u van mening dat onder "grond bestemd voor woningbouw" wordt begrepen de grond die door projectontwikkelaars wordt aangekocht voor toekomstige bouwplannen?
Reactie: Er kan geen teruggave worden verleend. De aankoop van alleen grond valt niet onder de maatregel, ook niet als de grond is bestemd voor woningbouw. Zie het laatste voorbeeld onder 3.4 van het besluit. - Eigenaren van een perceel, waarop een huis gebouwd is, kopen nu een strook grond van de gemeente aan gelegen direct grenzend hun hoofdperceel. Valt dit perceel grond nu (omdat het bestemd is als tuin voor de woning) onder woning/bewoning en dus onder de verlaagde overdrachtsbelasting of niet?
Reactie: Zie vraag 5. - Eigenlijk in het algemeen: al die strookjes grond, die worden verkocht door de gemeente aan particulieren, welke strookjes die particulieren allemaal bij hun hoofdperceel gaan trekken als tuin. Vallen die onder de verlaagde overdrachtsbelasting?
Reactie: Zie vraag 5. - Kunt u mij aangeven of de verlaging ook geldt voor:
het doen van afstand van de rechten van gebruik en bewoning van ouders t.b.v. kinderen;
het terug overdragen van de blote eigendom door kinderen aan ouders (terugkopen blote eigendom).
Reactie: De verlaging van de overdrachtsbelasting geldt voor verkrijging van woningen of van rechten waaraan woningen zijn onderworpen. Zie onderdeel 3 van het besluit. Afstand van rechten of aankoop van bloot eigendom valt dus ook onder de verlaging. - Bij mij is in behandeling de veiling van een recreatiewoning. De woning mag niet permanent worden bewoond. Kunt u mij aangeven welk tarief voor de overdrachtsbelasting geldt?
Reactie: De verlaging geldt ook voor de verkrijging van een recreatiewoning. Daarbij is niet van belang dat de woning niet permanent bewoond mag worden. - In Amsterdam wordt in veel bedrijfsruimten gewoond. De (oude) splitsingsakte omschrijft het appartementsrecht nog steeds als bedrijfsruimte maar evident is dat er gewoond wordt. En ook de koper gaat er in wonen. Is dit 2%? Of moet bijvoorbeeld ook gekeken worden naar het bestemmingsplan om te zien of de bestemming woning wel is toestaan? Vaak betreft het in zulke gevallen een gemengde bestemming.
Reactie: De maatregel geldt voor woningen. In het besluit is aangegeven dat onder een woning wordt verstaan een onroerende zaak die naar zijn aard bestemd is voor bewoning. In het algemeen is duidelijk of een onroerende zaak daarvoor bestemd is. Als een onroerende zaak weliswaar feitelijk bewoond wordt, maar naar zijn aard niet bestemd is voor bewoning, dan wordt deze niet aangemerkt als woning. Bij twijfel is van belang of de gemeente aan de onroerende zaak een woonbestemming heeft gegeven. Het gedogen door de gemeente van bewoning is niet voldoende om een onroerende zaak als woning aan te merken. - Bij ons is een akte gepasseerd waarbij afstand is gedaan door een moeder t.b.v. haar kinderen van het recht van vruchtgebruik m.b.t. een woning. Valt deze afstanddoening ook onder de regeling "verkrijging van woningen"?
Reactie: Ja, de afstanddoening van een recht van vruchtgebruik valt onder de regeling. De verlaging van de overdrachtsbelasting geldt voor verkrijging van woningen of van rechten waaraan woningen zijn onderworpen. Zie onderdeel 3 van het besluit. - Valt ook de verkrijging van blote eigendom van een woning onder 2%?
Reactie: Ja, de verkrijging van de blote eigendom van een woning valt ook onder de regeling. - Wat wordt bedoeld met 'particulieren'? Ook een ondernemer die in het woongedeelte van een aangekocht woon/bedrijfspand gaat wonen? Bijvoorbeeld een boer die in het woongedeelte van een aangekochte boerderij gaat wonen? Is in deze gevallen de 2% van toepassing op het woongedeelte?
Reactie: Het gaat erom dat de onroerende zaak naar zijn aard is bestemd voor bewoning. De ondernemer woont er als particulier. Het woongedeelte in een woon/bedrijfspand is ook naar zijn aard bestemd voor bewoning. Op het woongedeelte kan het 2% tarief worden toegepast. Zie ook onderdeel 3.3 van het besluit 'Onroerende zaken niet geheel bestemd voor bewoning'. - Geldt het tarief ook als sprake is van de levering van een woning die bestemd is om te worden gesloopt en te worden vervangen door nieuwbouw?
Reactie: Ja, het verlaagde tarief geldt ook in deze situatie. De overdrachtsbelasting is een tijdstipbelasting. Het gaat erom dat op het tijdstip van de verkrijging sprake is van een woning. De onroerende zaak moet op het moment van de verkrijging wel zijn aan te merken als woning. Een woning waarvan de sloop al begonnen is, is in dit kader geen woning. - Valt onder het begrip woning ook een in aanbouw zijnde woning en zo ja, hoever moet de woning dan zijn afgebouwd? Volstaat de fundering of moet er meer staan?
Reactie: Ja, een in aanbouw zijnde woning valt ook onder het begrip woning. Als de fundering is aangebracht is in dit kader sprake van een woning. De aankoop van alleen grond bestemd voor bebouwing, valt niet onder de maatregel. Zie het laatste voorbeeld onder 3.4 van het besluit. - Als de koper de overdrachtsbelasting van de verkoper vergoedt ivm art. 13 WBR, is dat een last die wordt belast met overdrachtsbelasting. Geldt ook over de last de 2% als het gaat om de verkrijging van een woning?
Reactie: Overdrachtsbelasting wordt geheven over de waarde dan wel hogere tegenprestatie. De last maakt onderdeel uit van de tegenprestatie voor de verkrijging van de woning. Het verlaagde tarief van 2% kan dan worden toegepast op de gehele tegenprestatie. - Binnenkort zal passeren een akte van levering van een voormalige kleuterschool. Verkoper is gemeente. Koper heeft als doel het object gereed te maken voor bewoning. Geldt voor bovenstaande levering een tarief van 2% of 10,4%?
Reactie: 10,4%. Op het tijdstip van de verkrijging moet de onroerende zaak naar zijn aard bestemd zijn als woning. Een kleuterschool is dat niet. - Hebt u wellicht van de belastingdienst vernomen of lidmaatschapsrechten die recht geven op het gebruik van een woning eveneens onder het besluit van de tijdelijke verlaging van overdrachtsbelasting vallen?
Reactie: De maatregel geldt voor alle verkrijgingen van een woning, waaronder de fictieve onroerende zaken van art. 4 WBR. Dit geldt ook voor lidmaatschapsrechten met betrekking tot een woning - Cliënt heeft een object thans bestaande uit een standaard woonhuis (begane grond en eerste verdieping met plat dak) met ondergrond. Cliënt gaat dit object splitsen in drie appartementsrechten, na splitsing rechtgevende op een woning op de begane grond, een woning op de eerste verdieping en een woning op de tweede verdieping. Na splitsing worden de appartementsrechten (vóór verbouwing) geleverd aan de diverse kopers. Deze kopers gaan een aannemingsovereenkomst aan met een derde die de betreffende woningen realiseert. Dus de woning op de begane grond en eerste verdieping verbouwt en een nieuwe (thans nog niet bestaande) woning op de twee verdieping bouwt. Kunnen de leveringen van de drie appartementsrechten met bestemming woning geleverd worden tegen het tarief van 2% overdrachtsbelasting?
Reactie: Ja, 2%. Er wordt een woning gekocht en de onroerende zaak blijft bestemd voor bewoning. De verbouwing heeft hier op zich verder geen invloed op. - Is de heruitgifte van een recht van erfpacht belast met 2 % of met 8 %? Het recht van erfpacht ziet op een woning.
Reactie: Ja, 2%. De verlaging van de overdrachtsbelasting geldt voor verkrijging van woningen of van rechten waaraan woningen zijn onderworpen. Zie onderdeel 3 van het besluit. - Overgedragen is een woonhuis met ondergrond alsmede een perceel grond en water. Het perceel grond en water is gelegen bij de woning en maakt onderdeel uit van de tuin van de woning doch heeft wel een eigen kadastraal nummer. Mag voor deze gehele transactie uitgegaan worden van 2% overdrachtsbelasting?
Reactie: Uitgangspunt is de woning met aanhorigheden op hetzelfde perceel als de woning.
Het is geen bezwaar op het geheel toch de maatregel toe te passen onder de volgende omstandigheden:- beide verschillende kadastrale percelen grenzen aan elkaar; en
- beide percelen zijn naar verkeersopvattingen samen te beschouwen als één geheel; en
- beide percelen zijn tegelijkertijd aan de koper geleverd door dezelfde verkoper.
In een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (23-01-2018) is het volgende opgenomen:
“Het Hof overweegt dat van een aanhorigheid sprake is als een onroerende zaak ten tijde van de verkrijging naar objectieve maatstaven behoort bij de woning, daarbij in gebruik is en daaraan dienstbaar is. Het is niet relevant of de koper subjectief het inzicht of de bedoeling heeft dat die zaak daaraan voldoet of zal voldoen door de grond voor andere doeleinden te willen gaan gebruiken.”.
Eigen toevoeging: een naastgelegen/aangrenzend perceel bosgrond of grasland voldoet dus niet aan bovenstaande eisen en is belast met 10,4% overdrachtsbelasting!
- Verkoper heeft het registergoed gebruikt als kantoor, koper is voornemens het te gaan gebruiken als bedrijfs-/woonruimte (1/3e-2/3e), volgens de splitsingsakte is bestemming bedrijfsruimte, de gemeentelijke bestemming is gemengd gebruik, verkoper heeft toestemming van de VvE om het als bedrijfs-/woonruimte te gebruiken (geldt ook voor zijn rechtsopvolgers). Welke bestemming is leidend voor de overdrachtsbelasting? 2 of 10,4%?
Reactie: Uit de vraag maak ik op dat het pand bij het moment van overdracht wordt gebruikt als kantoor en daardoor naar zijn aard niet is bestemd als woning. De maatregel geldt dan niet: 10,4% overdrachtsbelasting. - Verkregen wordt een villa met rijhal, tiental paardenboxen, stuk bos. Voor zover notaris weet allemaal voor privégebruik. Geldt dan ook de 2%?
Reactie: Een huis met een manege? Dit vraagt een feitelijke beoordeling door de inspecteur. - Casus:
verkoper 1 verkoopt een kavel grond bestemd voor een recreatiewoning aan koper voor € 80.000,-
verkoper 2 verkoopt een recreatiewoning/chalet aan koper voor € 120.000,-
ten tijde van de levering staat de recreatiewoning/chalet op de kavel
via de nota van afrekening van de notaris betaalt de koper aan verkoper 1 € 80.000,- en aan verkoper 2 € 120.000,-
voor de aankoop van de recreatiewoning/chalet doet de koper een beroep op art. 15 lid 1 onderdeel i WBR.
Reactie: 10,4% over € 80.000. Hier is sprake van twee overeenkomsten. De maatregel ziet op de aankoop van een woning en niet op grond bestemd voor woningbouw. Van verkoper 1 wordt alleen de grond gekocht. Verkoper 1 heeft geen enkel belang bij de woning. - Iemand heeft een recht van erfpacht op de ondergrond en woning. De gemeente is bloot eigenaar van de ondergrond en woning. De gemeente draagt deze bloot eigendom over aan de erfpachter. Is hierop de 2% van toepassing?
Reactie: 2%. Er is sprake van erfpacht op woning en ondergrond. De verkrijging van bloot eigendom ziet op die woning en de ondergrond. - Iemand heeft een recht van erfpacht op de ondergrond. Daarnaast heeft hij een recht van opstal op de ondergrond ter zake van een woning. De gemeente is bloot eigenaar van de ondergrond. De gemeente draagt deze bloot eigendom over aan de erfpachter. Is hierop de 2% van toepassing?
Reactie: 10,4%. Er is sprake van een recht van opstal op de woning. De verkrijging van bloot eigendom ziet dus alleen op de grond en er is dus geen sprake van een verkrijging van een woning. - Het betreft de overdracht van een stuk grond met steiger en water waarbij in het water de woonark is gelegen van de koper (de koper huurde het perceel grond en water reeds en de woonark is reeds door vererving eigendom geworden). Is de overdracht van de grond, steiger en water belast met 2% of 10,4%?
Reactie: 10,4%. De woonark is reeds eigendom van de koper. We gaan er dus vanuit dat de woonark roerend is. Er wordt alleen grond en water gekocht. Dat is geen woning in de zin van de maatregel. - Een garage die zich bevindt op hetzelfde perceel als de woning, valt onder het begrip 'woning' in de zin van het besluit en dus is ook 2% overdrachtsbelasting verschuldigd over de garage. Een afzonderlijke garagebox valt hier niet onder en dus is daarover 10,4% verschuldigd. Hoeveel overdrachtsbelasting is verschuldigd door de verkrijger van een garage, welke garage naast het perceel van de woning ligt, maar een eigen kadastraal nummer heeft? M.a.w.: is bedoeld met 'hetzelfde perceel': hetzelfde kadastrale perceel? De garage wordt tegelijkertijd met de woning verkregen en hoort ook bij de woning.
Reactie: Als vraag 3. Uitgangspunt is de woning met aanhorigheden op hetzelfde perceel als de woning. Het is geen bezwaar op het geheel toch de maatregel toe te passen onder de volgende omstandigheden:
beide verschillende kadastrale percelen grenzen aan elkaar; en
beide percelen zijn naar verkeersopvattingen samen te beschouwen als één geheel; en
beide percelen zijn tegelijkertijd aan de koper geleverd door dezelfde verkoper. - Een bewoner van een appartementengebouw koopt los de garagebox zich bevindend direct onder zijn woning. Hij woont op de eerste verdieping in een appartement dat zijn eigendom is. Ik neem aan dat naar de mening van het ministerie dit geval op dezelfde manier behandeld moet worden als dat van degene die een stuk tuin naast zijn eigendomswoning koopt. Is dat juist? Maar hoe gaat het dan als je het appartement van de een koopt en de garagebox op dezelfde dag of kort daarna van de ander, terwijl beide onroerende zaken tot hetzelfde appartementengebouw behoren?
Reactie: Bij aankoop van een losse garage geldt 10,4% overdrachtsbelasting. Alleen als de garage tegelijkertijd met de woning is geleverd door dezelfde verkoper kan de garage tegen 2%. De woning trekt dan in zijn kielzog de garage mee in de 2%. Zie de voorwaarden onder vraag 10. In andere gevallen geldt voor de garage 10,4%. - Binnenkort hebben wij de levering van een woon-winkelpand. Blijkens de aanslag onroerende zaakbelasting wordt het benedengedeelte aangeduid als bedrijfsruimte en de bovenverdieping aangeduid als woning. De benedenverdieping wordt gebruikt als winkelpand en de bovenverdieping wordt aan vier studenten verhuurd die daar ieder een kamer hebben. Wordt deze bovenverdieping in de ogen van de Belastingdienst nu beschouwd als woning gezien het feit dat hier sprake is van kamerverhuur?
Reactie: De bovenverdieping beschouwen we als woning. Over de waarde van de bovenverdieping is de 2% verschuldigd. De waarde van de benedenverdieping is belast naar 10,4%. - Op ons kantoor is in behandeling de overdracht van een pand bestaande uit een winkelruimte (beneden) en 12 studentenstudio's (1e en 2e verdieping). Kan het gedeelte van de studentenstudio's overgedragen worden met 2% overdrachtsbelasting? Geldt een zelfstandigheidseis ten aanzien van de woonruimte ten opzichte van het bedrijfsgedeelte (bijv. eigen opgang/toegangsdeur) of telt enkel het criterium 'naar hun aard zijn bestemd voor bewoning door particulieren'? Aan dat criterium wordt volgens mij voldaan.
Reactie: De 12 studio's zijn te beschouwen als woning, zie ook vraag 12. Het criterium is in hoeverre de onroerende zaak naar zijn aard is bestemd voor bewoning. Dat kan ook een onzelfstandig deel van de onroerende zaak zijn, zie onderdeel 3.3 van het besluit. - Bij ons op kantoor is een akte van levering gepasseerd waarbij er 1 woning (appartementsrecht) en 8 garages aan de betreffende koper zijn geleverd (1 koopprijs). De garages bevinden zich niet in het appartementengebouw (ze liggen naast het appartementengebouw), maar behoren wel tot (/zijn wel bestemd voor) de woningen in het appartementengebouw. De garages zijn niet gesplitst; het zijn hele percelen en hebben alle een eigen kadastraal nummer. Geldt de 2% nu voor zowel de woning als voor de bijbehorende garages (alle 8) of uitsluitend voor de woning?
Reactie: Zie ook vragen 3 en 10. Bij appartementsrechten en garages is het uitgangspunt dat de garages en appartementen behoren tot hetzelfde gebouwencomplex. In dit geval lijkt het erop dat de garages niet behoren tot het gebouwencomplex van de appartementen. Het is geen bezwaar op de aankoop van een appartement en een garage toch de maatregel toe te passen onder de volgende omstandigheden:
beide verschillende kadastrale percelen grenzen aan elkaar; en
het gebouwencomplex van de appartementen en het blok garages zijn naar verkeersopvattingen samen te beschouwen als één geheel; en
appartement en garage zijn tegelijkertijd aan de koper geleverd door dezelfde verkoper.
Het is mogelijk dat meerdere garages aanhorig zijn aan dezelfde woning. Dat is een oordeel van feitelijk aard (inspecteur). Elke garage die niet dienstbaar aan de woning is, bijvoorbeeld wordt verhuurd, wordt belast tegen 10,4%. - Bij mij is in behandeling de overdracht van een 'normale' woning met een parkeerplaats in een nabij gelegen appartementencomplex. In de titel van aankomst staat vermeld dat de woning met bijbehorende parkeerplaats onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden en als zodanig één geheel vormen en als zodanig dient te worden gebruikt. Het betreft de situatie dat in één project diverse losse (4 onder één kap) woningen en enkele appartementengebouwen zijn gebouwd, dicht bij elkaar, waarbij alle parkeerplaatsen, zowel die van de losse woningen als die van de appartementen, zijn gelegen onder een van die appartementengebouwen. De woning en de bijbehorende parkeerplaats liggen dus op verschillende percelen, die niet aan elkaar grenzen, maar horen wel onlosmakelijk bij elkaar, in die zin dat de woning niet los van de parkeerplaats kan worden overgedragen en andersom.
Reactie: Uitgangspunt is dat de maatregel geldt als de parkeerplaats zich bevindt op hetzelfde perceel. Een garage op een naastliggend perceel kan onder voorwaarden ook onder de maatregel vallen, zie ondermeer vraag 14 van Vragen en antwoorden over verlaging overdrachtsbelasting (8). Ligt de parkeerplaats toch op een ander perceel dan kan onder deze bijzondere omstandigheden voor de garage wel 2% worden toegepast. Deze bijzondere omstandigheden zijn dat de parkeerplaats en woning altijd al bij elkaar hoorden en niet los van elkaar kunnen worden vervreemd. - Een projectontwikkelaar koopt een woning met de bedoeling om de woning na verbouwing een ander gebruik te gaan geven (hiermee wordt bedoeld een gebruik anders dan woning). Klopt het dat de verkrijging belast is met 2% overdrachtsbelasting, omdat ten tijde van de verkrijging sprake is van een woning, ongeacht of de koper het anders gaat gebruiken en of voorafgaande aan de levering het bestemmingsplan is aangepast en/of de benodigde vergunning is verleend (en onherroepelijk) is geworden in verband met de "nieuwe bestemming"?
Reactie: Uit de vraag maak ik op dat het pand bij het moment van overdracht wordt gebruikt als woning en daardoor naar zijn aard is bestemd als woning. De maatregel geldt dan: 2% overdrachtsbelasting. - Een projectontwikkelaar heeft een gebouw niet zijnde een woning gekocht met de bedoeling om het gebouw na verbouwing op te leveren als nieuwbouw woonappartementen. De levering vindt door middel van een ABC-levering direct plaats aan de toekomstige bewoners (het BTW aspect laten we buiten beschouwing). Thans wordt het gebouw in het kader van leegstandsbeheer tijdelijk bewoond. Klopt het dat de verkrijging belast is met 2% overdrachtsbelasting, omdat ten tijde van de verkrijging het gebouw wordt bewoond? Is het nog van belang of het bestemmingsplan is aangepast en/of de benodigde vergunning(en) is(/zijn) verleend (en onherroepelijk) is(/zijn) geworden in verband met de "nieuwe bestemming"? Is van belang of het gebouw feitelijk is geschikt voor bewoning in die zin dat keuken, wc en douche aanwezig moeten zijn?
Reactie: Uit de vraag maak ik op dat het pand bij het moment van overdracht wordt gebruikt als kantoor en daardoor naar zijn aard niet is bestemd als woning. De maatregel geldt dan niet: 10,4% overdrachtsbelasting. - In het beleidsbesluit met betrekking tot de verlaging van de overdrachtsbelasting wordt een perceel bouwgrond van de verlaging uitgesloten. De levering van grond in het kader van een koop- aannemingsovereenkomst, wordt deze nu belast tegen 2% of 10,4%. Naar de letter betreft het overdracht van bouwgrond, naar de geest zou men mogen aannemen dat een dergelijke overdracht van bouwgrond + de op papier bestaande woning wel degelijk onder het 2% tarief valt. Graag verneem ik uw gedachten in deze, of wellicht dat het mogelijk is dit met het ministerie af te stemmen.
Reactie: Voor bouwgrond geldt 10,4% overdrachtsbelasting, ook als de grond bestemd is voor woningbouw. - Bij mij is in behandeling een verdeling van een woonhuis. Het betreft samenwoners. Zij hebben de woning samen in eigendom, ieder voor de onverdeelde helft. Echter zij hebben niet gelijktijdig de eigendom verkregen. De woning wordt toebedeeld aan de man. De vrijstelling van art. 15 lid 1 letter g, WBR is derhalve niet van toepassing. Geldt in deze ook de verlaagde overdrachtsbelasting?
Reactie: Ja, de overdracht heeft betrekking op een woning. Ook als een onverdeelde helft van de hele woning wordt verkregen, geldt 2%.